Nehemia 3:6

SVEn de Oude poort verbeterden Jojada, de zoon van Paseah, en Mesullam, de zoon van Besodja; deze zolderden zij, en richtten haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen.
WLCוְאֵת֩ שַׁ֨עַר הַיְשָׁנָ֜ה הֶחֱזִ֗יקוּ יֹֽויָדָע֙ בֶּן־פָּסֵ֔חַ וּמְשֻׁלָּ֖ם בֶּן־בְּסֹֽודְיָ֑ה הֵ֣מָּה קֵר֔וּהוּ וַֽיַּעֲמִ֙ידוּ֙ דַּלְתֹתָ֔יו וּמַנְעֻלָ֖יו וּבְרִיחָֽיו׃ ס
Trans.wə’ēṯ ša‘ar hayəšānâ heḥĕzîqû ywōyāḏā‘ ben-pāsēḥa ûməšullām ben-bəswōḏəyâ hēmmâ qērûhû wayya‘ămîḏû daləṯōṯāyw ûmanə‘ulāyw ûḇərîḥāyw:

Algemeen

Zie ook: Jeruzalem (Poorten), Jesana, Jojada

Aantekeningen

En de Oude poort verbeterden Jojada, de zoon van Paseah, en Mesullam, de zoon van Besodja; deze zolderden zij, en richtten haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

אֵת֩

-

שַׁ֨עַר

poort

הַיְשָׁנָ֜ה

En de Oude

הֶחֱזִ֗יקוּ

verbeterden

יֽוֹיָדָע֙

Jójada

בֶּן־

de zoon

פָּסֵ֔חַ

van Paséah

וּ

-

מְשֻׁלָּ֖ם

en Mesullam

בֶּן־

de zoon

בְּסֽוֹדְיָ֑ה

van Besódja

הֵ֣מָּה

zij

קֵר֔וּהוּ

deze zolderden

וַֽ

-

יַּעֲמִ֙ידוּ֙

en richtten

דַּלְתֹתָ֔יו

haar deuren

וּ

-

מַנְעֻלָ֖יו

met haar sloten

וּ

-

בְרִיחָֽיו

en haar grendelen


En de Oude poort verbeterden Jojada, de zoon van Paseah, en Mesullam, de zoon van Besodja; deze zolderden zij, en richtten haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!